Baby-trek
Door: webmaster
Blijf op de hoogte en volg Petra
25 Juli 2010 | India, Lāmayūrū
Na een relaxte dag in Leh, besluit ik spontaan om een kleine wandeltocht te gaan maken ten westen van Leh. Ik had namelijk een prettig reisagentschap gevonden voor een lange nomadentocht in het oosten. Tijdens het in orde maken van de permits voor dat gebied, kwam ter sprake dat ik graag meer zou willen wandelen in combinatie met bezoeken aan kloosters. Een van de eigenaren gaf als suggestie de baby-wandeltocht van Lekir naar Thingmosgam, een eenvoudige tocht door een mooi rustig gebied. Op de kaart kijkend zie ik dat dat in de richting van Achi en Lamayuru is, twee bijzondere kloosters van Ladakh volgens mijn reisgids. Het zou moeilijk zijn om met openbaar vervoer de combinatie te maken van de wandeltocht en openbaar vervoer naar de kloosters, dus ... wat overkomt mij zoals gebruikelijk weer: de eigenaar biedt mij een prive-chauffeur met motor aan voor dit traject. Het zal alleen een bijdrage aan de benzine kosten. Deze vriendendienst wordt aangeboden, omdat ik zo aardig ben en ik een trektocht bij hen heb geboekt. Ik grijp deze bijzondere kans met beide handen aan, maar wel enigszins verlegen. Het is toch eigenlijk te gek! want het zal een tocht worden van ruim 300km over slechtbegaanbare wegen.
De volgende dag spring ik al om 7 uur bij Rigzin achterop de brommer om bij zijn huis in Phyang de brommer te vervangen voor zijn stoere motor. Na een korte theestop rijden we richting Lekir over een grotendeels geasfalteerde weg. Toch zijn er onverwacht stukken onverhard met diepe kuilen vol water langs afgrijzelijke diepe afgronden. Rigzin rijdt rustig, beheerst en geconcentreerd, en geeft mij het gevoel dat hij weet wat hij doet. Later vertelt hij mij dat hij is aangesloten bij een motorclub die toeristen begeleid bij rijden over de hoogste weg van de wereld – traject Manali naar Srinigar.
Als we in Lekir aankomen, zet hij me op een strategisch punt af voor de start van de wandeltocht. Rigzin zal me opwachten in het volgende dorp om dan samen te beslissen of ik een vervolgtraject zal lopen of daar zal gaan overnachten. Hij weet overal familie-overnachtingsplaatsen, dus ik hoef me ergens druk over te maken.
Als ik mijn kleine rugzak heb geinstalleerd, zwaait Rigzin me uit alsof we elkaar al jaren kennen. Met een lekker gevoel start ik met het eerste traject van Lekir naar Yangtang, ongeveer 5 uur wandelen inclusief twee passen van een kleine 4000m hoogte. Als ik ongeveer anderhalf uur heb gelopen, zie ik een tweetal voor me lopen. Dichtbij een theetent met 10 vrouwen, haal ik ze in en zie tot mijn verbazing dat het Kathryn (Engelse die ook met mij in het hotel in Delhi op de kamer sliep) met een gids is. Gezellig bijgekletst onder het genot van een kopje masala-thee, lopen we samen vlot verder naar Yangtang; een klein dorp in een groene vallei van maximaal 20 huizen, die allemaal met elkaar in verbinding staan met de muren. En ja hoor ... daar staat Rigzin op mij te wachten bij een kleine theetent met een brede glimlach! Verrast deelt hij mee dat ik wel heel snel loop in de bergen voor een Nederlandse, binnen de 3 uur. Ik voel me goed en wil eigenlijk wel verder wandelen naar het volgende dorp Hemis Shukpachen. Maar Rigzin weet te vertellen dat een klein festival plaatsvindt in het dorp, dus besluit ik om toch hier te gaan overnachten. Bovendien is het ook wel heel gezellig samen met Kathryn.
Mijn persoonlijke begeleider vindt een geweldige slaapplek voor ons vieren bij een familie. Een grote ruime schone kamer met ramen aan alle kanten uitzicht op de bergen. Er wordt onmiddelijk thee geserveerd en ’s avonds zullen we een thali (typisch lokaal gerecht van rijst, chapatti, groenten en linzen) als avondmaaltijd krijgen. Eten en drinken en slapen voor maar 300rs (nog geen 5 euro). Helaas stelt het festival en de boogschietcompetitie niet veel voor, behalve dat het halve dorp (ongeveer 2 personen) in een kleurrijke tent van doeken bijeenzit met de lokale sterke drank Chang. Af en toe klinken een aantal muziekinstrumenten als een trom en een fluit. Ik lig al om 21:00 uur gestrekt om mijn matras in mijn slaapzak. Wat een rust hier!
De volgende dag starten we vroeg i.v.m. de felle zon en de te beklimmen passen op weg naar de volgende dorpen. Na een lokaal ontbijt van ladakhi-brood met zoute boter stappen we om 6:15 uur richting Hemis Shukpachen. Rigzin ligt nog te slapen na een “wilde Chang-avond”. Als echte berggeiten springen Kathryn en ik over beekjes en stappen we over smalle bergpaadjes naar de pas van 3800m. Als we daarna een flinke beek moeten oversteken, maken we gebruik van de primitieve brug van gladde boomstammen. Het is even spannend, maar we halen allemaal de evenwichtstest en klimmen daarna weer omhoog om voor een korte chai(thee)stop in Hemis door te wandelen naar Ang, waar Rigzin weer op mij zal wachten voor een kort overleg. Na wederom twee pittige beklimmingen over 4000m en inmiddels 5 uur later, zien we hem in de verte al op zijn motor wachten bij een theetent aan het water. Voldaan en bezweet vallen we neer op de dekens en kussen van de theetent. Opgewekt besluit Kathyn dat ze met me wil meelopen tot aan het eindpunt van deze tocht, dus na de zoete energie van de chai, lopen we nog een ruim een uur verder naar Thingmosgam. Hier neem ik echt afscheid van Kathryn en haar gids om zelf verder te gaan met Rigzin op de motor.
Het was zo gezellig samen met Kathryn, dat het even wennen is dat ik weer alleen verder ga. Alsof Rigzin dit aanvoelt, stoppen we onderweg voor een overheerlijk lokale lunch en praten we over van alles en nog wat. Dan vervolgen we onze weg helemaal naar Lamayuru via een bergroute die ik nooit van mijn leven zal vergeten. De weg vol scherpe haarspeldbochten langs diepe afgronden laat mij een prachtig stuk wereld zien. Dit is met recht “rijden op het dak van de wereld”. Ik geniet volop achterop de stoere motor en het geeft me een geweldig gevoel van vrijheid; euforisch omdat helemaal niets moet!
Als we na uren rijden tegen de avond aankomen in Lamayuru, rijden we direct naar het klooster. Op dit tijdstip is er helemaal niemand, behalve een aantal monniken. Ik kan rustig gaan mediteren na het heerlijk gevoel van de tempel in me te hebben opgenomen. Op de achtergrond hoor ik Rigzin heel zachtjes fluisteren met een van de monniken. Als het donker valt, kruip ik weer achterop de motor om een paar minuten later op het terras van een guesthouse in een stoel te ploffen. Het was een lange dag, maar zo geweldig. Met uitzicht op een “maanlandschap” en een kop chai in mijn handen, wacht ik tot het avondeten wordt opgediend. Tijdens het eten aan een tafeltje onder de bomen met roodgeblokte kleedjes, praten Rigzin en ik over Boeddhisme, de Dalai Lama, kloosters, Europa, klimaatsverandering, beroepen, relaties, sterven, wedergeboorte en wat al niet meer. Als het echt donker is en de electriciteit uitvalt, is het tijd om naar bed te gaan. Helemaal ontspannen en waanzinnig gelukkig, val ik ik een diepe slaap.
De volgende morgen verlaten we al om 8 uur het guesthouse om via dezelfde prachtige bergweg terug te rijden in de richting van Leh. Maar onderweg vindt Rigzin een gezellige lokale tent voor een lekker ontbijtje in de ochtendzon. Daarna rijden we via een hele slechte weg naar het klooster van Alchi, het oudste klooster van Ladakh. Dit bezoek kan ik niet beschrijven. Het gevoel dat hier naar bovenkwam tijdens het bezoeken van de verschillende tempelzalen met haar overweldigende muurschilderingen zijn onbeschrijflijk. De vibraties die ik daar voelde, waren zo intens dat ik moest huilen. Zacht snikkend liep ik langs de ongelooflijke grote boeddha’s en het leek alsof mijn hart uit mijn lichaam wilde ontsnappen. Deze stekende pijn gaf tegelijkertijd een fantastisch geweldig gelukkig gevoel. Zo heb ik me nog nooit gevoeld!
Rigzin had geen idee hoe hij met een huilende buitenlandse niet boeddhistische dame moest omgaan. Ongemakkelijk liep hij voor me uit, maar wel met enige regelmaat omkijkend om te zien hoe het met me ging. Zelf wist ik ook niet wat er met me gebeurde en liet het maar gaan. Nadat Rigzin een kop chai aanbood, kon ik mijn hart de baas, maar bleven de tranen komen. Wonderbaarlijk of niet? Dit klooster heeft zeker een bepaalde energie, die ik heel sterk aanvoel, dat is wel duidelijk. De beschilderingen waren ook zo anders dan in andere kloosters, daarbij waren de zalen versierd met uitzonderlijk mooi houtsnijwerk. Zo’n prachtig klooster heb ik nog nooit gezien!
Geemotioneerd stap ik weer achterop de motor om de lange weg naar Leh te volbrengen. Het is bijna acrobatiek wat Rigzin moet uitvoeren om de motor inclusief ons beiden recht te houden vanwege de vele diepe kuilen en de overige weggebruikers. Het manouvreren langs volgeladen trucks en wegwerkzaamheden is een kunst op zich langs de steile afgronden. Behoorlijk uitgeput van de lange rit (ruim 3 uur) in de felle zon, bereiken we het reisagentschap in Leh. Na een uitbundig afscheid met taart, loop ik langzaam terug naar mijn familie voor een frisse douche en verse thee in de tuin.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley