Zomervakantie - Reisverslag uit Pokhara, Nepal van Petra Hoeve - WaarBenJij.nu Zomervakantie - Reisverslag uit Pokhara, Nepal van Petra Hoeve - WaarBenJij.nu

Zomervakantie

Door: Petra Hoeve

Blijf op de hoogte en volg Petra

04 Juli 2011 | Nepal, Pokhara

Na alle verontrustende persoonlijke e-mails, kan ik jullie hopelijk met twee nieuwe uitgebreide verhalen op dit blog overtuigen dat het goed met mij gaat. Het is een zwakke reden, maar de tijd vliegt hier voorbij. Elke dag is een nieuwe ervaring en soms een uitdaging, dat het thuisfront in Nederland ver weg lijkt. Bovendien hebben mijn ouders mij geleerd: geen bericht is goed bericht. Met andere woorden, er was niets om ongerust over te zijn tijdens drie maanden stilte op dit blog.
In al mijn verhalen op mijn weblog ben ik open en eerlijk geweest. Ik zal jullie in dit verslag naast mijn ervaringen opgedaan in de maanden mei en juni, ook deelgenoot maken van het feit dat ik een behoorlijke moeilijke periode heb gehad op werkgebied. Wederom een zwak excuus, maar ik had op dat moment geen zin en/of energie om een verhaal te schrijven voor op dit blog. Nu ik weer de oude energieke Petra ben, kan ik terugkijken op een leerzame periode, bruis vol nieuwe ideeën en een andere aanpak in de scholen na de zomervakantie. Ja, jullie lezen het goed, de zeven weken zijn alweer voorbij, en de scholen zijn een maand (of misschien wel meer) dicht i.v.m. rijst planten gedurende de regenmaand. Sinds een paar dagen regent het hier onophoudelijk, dus klopt precies met de planning van de vakanties en iedereen is druk bezig in de velden.

Het vorige verslag eindigde ik met boeddhistische benadering van mijn werkzaamheden. Ik weet niet zo zeker of dat ook werkelijk zo was op dat moment na de examen- en vakantieperiode. Want na de educatie bijeenkomst in Kathmandu begin april, leek het alsof ik mijn werk met andere ogen zag. Het romantische beeld van het werken in de scholen met leerkrachten en schoolleiders was opslag verdwenen. Mijn werkzaamheden zijn in werkelijk anders dan de beschrijving gedurende de sollicitatieperiode en de gesprekken met mijn programmamanager in Nepal. Bovendien is het samenwerken met DEO moeilijk of soms onmogelijk, wat mij heel veel heeft doen nadenken afgelopen maanden. Zoals ik schreef in voorgaande verslagen, heb ik vele gesprekken gevoerd met Lalitha, Rikie en de andere vrijwilligers in Pokhara om mijn negatieve gedachtes op een rij te krijgen, maar ik bleef worstelen met de zin van werken voor VSO, maar ook twijfels over doelstellingen en resultaten van ontwikkelingswerk in het algemeen. Uiteindelijk heb ik besloten om het kantoor in Kathmandu op de hoogte te brengen van mijn twijfels op de werkvloer, omdat ik soms het gevoel heb dat VSO-programmaleiders niet op de hoogte zijn van de dagelijkse praktijk en dat alleen positieve verhalen het kantoor in Kathmandu bereiken via (over het algemeen positieve) rapporten. Niemand vraagt hoe het daadwerkelijk met je gaat, wonend ver van huis in een totaal ander land, en werken in een totaal andere omgeving met andere waarden en normen. Toch werken de educatie vrijwilligers voor een project gefinancierd door de Europese unie, waar ook doelen aan zijn gekoppeld, die ook bereikt kunnen/zullen moeten worden. Kort door de bocht vind ik het vreemd dat het geld van de Europese belastingbetaler wel wordt gebruikt, maar doelen niet worden gehaald omdat de afspraken in het projectplan niet worden nageleefd.

In januari ben ik enthousiast begonnen met mijn werk als educatie vrijwilliger in twee nieuwe scholen, omdat het werk in de scholen met Lalitha en Debbie moeilijk te combineren was. Op advies van een RP ben ik gaan werken in een dorp in de bergen, waar NNDSWO ook werkzaamheden verricht. Geen focusscholen, maar twee scholen die eigenlijk wel focusscholen hadden moet zijn vanwege het hoge percentage Dalit’s (bevolkingsgroep die buiten het kastensysteem valt – benadeelde groep mensen in Nepal) in de gemeenschap. Respectievelijk 65% en 95% Dalit leerlingen in de scholen. Het begon als een proefperiode voor mij om mij van de straat te houden gedurende de periode dat Lalitha nog werkzaam was in de scholen in Hemja en Naudanda. Voor mijn Kaski-team eventueel een aanvulling van scholen met doelgroepleerlingen. Aangezien ik fulltime op beide scholen aan het werk ging en 6 dagen per week in het dorp woonde, leek mijn werk effect te hebben op de leerkrachten in de scholen. Ik zag per dag kleine veranderingen in het gedrag en houding van diverse leerkrachten. Mijn enthousiasme voor en ideeën met lage kosten en lokale materialen, werden goed ontvangen en zelfs nagemaakt en gebruikt. Na zes weken had ik echt het gevoel dat ik een bijdrage had geleverd aan de kwaliteit van het onderwijs en inclusief onderwijs.

Intussen had ik van andere vrijwilligers in mijn team, maar ook in de twee andere districten Kailali en Rupandehi gehoord, dat vooruitgang niet altijd zo eenvoudig te zien is. Relaties opbouwen met leerkrachten en het gebruik van materiaal en ideeën verlopen minder voorspoedig dan in mijn bovenstaande voorbeeld. Zouden mijn leerkrachten dan anders zijn dan in andere gebieden? Zou mijn aanpak anders zijn dan die van andere vrijwilligers? Het was mij niet duidelijk, maar daar kwam verandering in na examenperiode. Het leek wel of de leerkrachten na 4 á 6 weken in hun oude patroon waren weggezakt en was er niets meer te zien van (lokale) materialen en aangeleerde methodieken zoals spetterende lesintroducties, liedjes en spelletjes. Banken stonden weer her en der in het klaslokaal (gecombineerd met de gebroken banken) en de vloeren vol afval. Posters, tekeningen en verzamelde leermaterialen leken in niets te zijn verdwenen. Een grote teleurstelling, maar die werd alleen maar groter op het moment dat ik samen met Lalitha en Debbie meeging naar de andere scholen voor mijn introductie. Beiden hebben ruim 9 maanden in de klassen gewerkt, maar ik zag weinig “verandering”. Toen kwamen de vragen:
- Wil het DEO (district educatie office) wel hulp van buitenlanders?
- Willen de RP’s en SS’s wel samenwerken met buitenlanders?
- Willen de schoolleiders de kwaliteit van het onderwijs wel verbeteren?
- Willen de leerkrachten hun (werk)houding wel veranderen?
- Willen de ouders wel een andere aanpak van onderwijs voor hun kinderen?
Natuurlijk zijn het veranderingsprocessen die heel veel tijd kosten, maar het gaat erom of je achter de doelstelling staat van het project dat je start.

Na weken van observatie in de klassen en in de lerarenkamer en het DEO, praten met leerkrachten, schoolleiders, RP’s, SS’s, partnerorganisaties, vrijwilligers en andere INGO-medewerkers, vroeg ik mij af of datgene wat VSO doet ook bijdraagt om het EU-doel te behalen. Tijdens bijeenkomsten als PAR op districtsniveau en landelijk, als educatie bijeenkomsten, blijft het bij praten en wordt alles met een zeer positieve blik besproken zonder het maken van verbintenissen. Er worden geen duidelijke afspraken gemaakt met bijvoorbeeld DEO en NNDSWO (Nationale Dalit organisatie). Er ontbreekt voor mijn gevoel een structuur waar verantwoordelijkheden moeten worden genomen en afspraken moeten worden nageleefd om doelstellingen te bereiken. In mijn ogen een gemiste kans om duurzame ontwikkeling in educatie te bereiken. Nu gaan vrijwilligers vrolijk naar de scholen en glimlachen heel wat af om iedereen te laten zien hoe gelukkig we zijn dat we in de scholen mogen werken. Er wordt een positieve en afhankelijke houding gecreëerd om iedereen te vriend te houden, vooral tijdens bijeenkomsten op het DEO. Vooral niet te veel vragen en verlangen van de Nepali leerkrachten en RP’s, want dat kan of hoort niet in Nepal. Je moet het allemaal heel voorzichtig en heel rustig aanpakken. Blij zijn als je kleine successen boekt met individuele leerkrachten. Een modelschool zoals staat omschreven in het EU-plan zal nooit worden gehaald. Een veel te ambitieus plan? Of werken we met ongemotiveerde district officier (DEO), schoolsupervisors (SS), resource personen (RP), schoolleiders en leerkrachten? Duurzame verandering in twee jaar?

Ik voelde na 6 maanden enige teleurstelling. Ik kreeg twijfels over mijn dagelijkse rol als basis educatie vrijwilliger en als onderdeel van het EU-project. Ik verloor het gevoel dat mijn werkzaamheden (vaardigheden en kennis op het gebied van kindvriendelijk lesgeven en inclusief onderwijs delen met Nepali leerkrachten) effect hebben om de doelen van het EU-project te halen. Bovendien werkte ik voor mijn gevoel niet op volle kracht, vanwege vele uitvaldagen op school door zieke leerkrachten, afwezigheid van leerkrachten vanwege zaai- en oogstactiviteiten of zorg voor hun kinderen of veestapel, vele publieke feestdagen, stakingen en wat al niet meer. Op deze manier kreeg ik het gevoel dat er geen continuïteit van begeleiding was en verliest VSO de kans om echte veranderingen teweeg te brengen in de twaalf (in Nepal in totaal 36) focusscholen.

Waar ik vooral mee worstelde:
- Geen concrete functiebeschrijving van de VSO vrijwilliger, die wordt gedeeld met DEO medewerkers en partners. Een gemiste kans want dan was iedereen bewust van de VSO ondersteuning en welke doelen het EU-project stelt. Bovendien hadden alle partijen een contract moeten hebben ondertekend om samen aan het werk te gaan i.p.v. individueel.
- Geen tussentijdse evaluatie met DEO medewerkers en partners om verantwoordelijkheden, afspraken en voortgang te bespreken.
- Geen eerlijke feedback van vrijwilligers, DEO medewerkers en partners waar actie op kan worden ondernomen.
- Geen duidelijke analyse tijdens bijeenkomsten met vrijwilligers, DEO medewerkers en partners om verantwoordelijkheden en afspraken uit zouden voortvloeien.
- Te weinig persoonlijk interactie met de programma manager op het gebied van evaluatie en analyse, waardoor VSO kantoormedewerkers in Kathmandu en in Engeland niet op de hoogte zijn wat er in de praktijk wordt gedaan en of dit in lijn van de EU-doelstellingen ligt.
- VSO Nepal zich niet stikt houdt aan zijn uitgangsprincipes en filosofie; een onafhankelijke organisatie die een effectieve uitwerking heeft op ontwikkelingsamenwerking i.p.v. een baan creëren voor buitenlanders die een wel twee in een ontwikkelingsland willen wonen en werken.

In Pokhara heb ik niets te klagen, maar ik heb mijn baan in Nederland opgezegd om mijn bijdrage aan ontwikkeling in het onderwijs in Nepal te leveren binnen het kader van een EU-plan. Niet om een rustig en eenvoudig leven te leiden in de prachtige omgeving van Pokhara en tijd te hebben om het land te ontdekken op kosten van de Europese belastingbetaler. Ik wil graag werken en in het bijzonder de kinderen in Nepal een goede basis geven voor toekomst door de huidige leerkrachten bewust te laten worden van hun rol op het gebied van educatie. Maar wel in samenwerking met de mensen die hiervoor verantwoordelijk zijn in Nepal, op districtsniveau met de SS’s, RP’s en schoolleiders. Die moeten de verandering wel willen maken. Voor zichzelf en voor Nepali van de toekomst. Met andere woorden, op bezoek bij de country director in Kathmandu en een gesprek samen met mijn programmaleider over mijn bovenstaande twijfels en intussen was ik in een negatieve spiraal verwikkeld geraakt.
Het was een verhelderend gesprek en het luchten van mijn hart was heel prettig. Zoals ik had geschreven het programmakantoor is niet van alles op de hoogte in het veld. Belangrijke afspraken voortvloeiend uit het gesprek waren: meer (telefonisch) contact en meer (en langdurige) bezoeken aan de districten door de programmaleider, waardoor er adequater gehandeld kan worden op verschillende niveaus. Opgelucht door het gesprek, want zowel de programmaleider als de country director nam mijn twijfels over duurzaamheid en de worsteling over hoe VSO werkt in relatie met mijn persoonlijke ervaringen serieus, en zij willen dit graag aanpakken/verbeteren. De afspraken waren positief en hoopvol voor een betere toekomst betreffende duurzaamheid. Alsof een flinke last van mijn schouders was gevallen, stapte ik met een grote glimlach in de bus terug naar Pokhara, en zag de zon weer stralen achter de hoge bergen. De volgende dag in school zag ik alleen goede voorbeelden in de klassen van enthousiaste leerkrachten, hoezo projectie?

Vol goede moed en met mijn aanpak, beschreven in mijn vorige verslag, ben ik weer enthousiast op de scholen aan het werk gegaan voor de resterende vier weken tot aan de zomervakantie. Ik heb mijn angst over onwetendheid over SIP geparkeerd, en ben intensief aan het werk gegaan met de schoolleiders van de vier verschillende scholen. Het resultaat is dat elke school een actieplan heeft voor de aankomende 3,6 en 9 maanden. De gestelde doelen worden ook gedragen door het team. Na het schrijven van het plan samen met de schoolleider, hebben we een teammeeting georganiseerd om het actieplan te delen, maar ook om aanvullingen toe te voegen en/of wijzigingen aan te brengen door middel van een discussie met de leerkrachten, want ZIJ moeten het doen in de klassen met steun van de schoolleider. Verrassend waren de praktische aanvullingen/wijzingen, maar vooral de discussies en gesprekken tussen de leerkrachten en de schoolleider. In scholen worden geen of bijna nooit vergaderingen gehouden. Tijdens deze bijeenkomst werd duidelijk hoe verhelderend het kan zijn om met elkaar te praten over ‘onderwijs’; de kinderen, de lesmethode, het lesgeven, de lesmaterialen, het gebouw, maar ook wat goed gaat en waar je moeilijkheden mee hebt als leerkracht of schoolleider. Alle scholen besluiten om in de toekomst met enige regelmaat een vergadering te plannen om met elkaar te praten over wat er gebeurt in school. Daarnaast wil iedereen enthousiast aan het werk met het actieplan na de zomervakantie. Ik heb er een goed gevoel over en kan bijna niet wachten om gericht aan het werk te gaan.

Vakanties zijn leuk en lekker, maar in Nepal lijkt het wel of ik teveel vakantie heb. Ik besluit om een ander district (waar de zomervakantie nog niet begonnen is) te gaan bezoeken om een beter beeld te krijgen van het werk van het educatieteam in het zuiden, de Terai, waar leefomstandigheden een stuk moeilijker zijn dan in Pokhara vanwege de warmte. Via Kathmandu ben ik naar Dhangadhi gevlogen met zo’n mini vliegtuigje van maximaal 36 personen. Dhangadhi ligt helemaal in het westen aan de grens met India, ongeveer 660 kilometer van Kathmandu. Het is niet meer dan anderhalf uur vliegen, maar je het landschap is een wereld van verschil. Eenmaal de Himalaya achtergelaten, zie je vlak terrein waar 50 jaar geleden de jungle laagvlakte overwoekerde, maar tegenwoordig bijna geheel kaal is. Het is een gebied waar voornamelijk bevolking uit de laagste kasten en emigranten uit India wonen en werken. De huizen zijn niet meer dan lemen hutten en de straten onverhard. Het is er droog en verschrikkelijk heet, dag en nacht.
Na mijn aankomst en warm welkom door Rob, Elizabeth en Jonathan (de drie overgebleven vrijwilligers in dit gebied, drie zijn vervroegd vertrokken vanwege moeilijkheden met leefomstandigheden en zullen zo spoedig mogelijk worden vervangen door nieuwe vrijwilligers) werd ik meteen meegenomen naar het enige luxe hotel van de stad waar zelfs overdag de airconditioning werkt om een plan te maken voor de aankomende dagen/week. Mijn doel van dit werkbezoek was zoveel mogelijk scholen bezoeken en observeren hoe Jonathan en Elizabeth (Basic Education & ECD vrijwilliger) na bijna twee jaar hebben gewerkt in de scholen, en hoe Rob (Education manager) werkt met de schoolleiders. Mocht er behoefte zijn aan hulp, ik zou het ook fijn vinden om naast observeren ook te werken in de klassen waar mogelijk. Vol energie en enthousiasme heb ik heel wat rondgefietst in de omgeving van Dhangadhi om verschillende scholen te bezoeken. De werkzaamheden en de aanpak verschillen niet veel met wat ik doe in de bergen, maar de klassen zijn veel groter. In een klein lokaal zitten 50 tot 100 kinderen met weinig tot geen materiaal! Het werk van Rob heeft me voldoende inspiratie gegeven om mee aan het werk te gaan in mijn scholen. Kortom het was een zeer waardevol bezoek, en ik ben uiteindelijk twee weken gebleven ondanks de hitte. De eerste dagen had ik geen moeite met het klimaat, tot grote jaloezie van de drie VSO’ers, maar toen kwam de mokerslag. Zowel dag en nacht is het boven de 40°C en geen enkele bries of regenbui die daar verandering in brengt. Stil zitten of liggen is al te veel en je zweet de hele dag liters vocht dat langs je lichaam naar beneden sijpelt; het voelt vreemd en vies. Het is mij niet gelukt in die twee weken om daar gewend aan te raken. Ik keek dan ook uit naar de dagelijkse momenten in hotel Devotee, waar ik de eerste dag al was geïntroduceerd. De scholen starten al om 6:00 uur en eindigen rond 11:00 uur, wat inhoudt dat er nog een hele dag in “de hel” voor je ligt als je thuis komt na je fietstocht van een half uur tot een uur. Je wilt dan niets anders dan stil liggen op de kale marmervloer, die nog enigszins koel is. Een douche is geen optie, want het water is bloedheet vanwege de watertanks op het dak in de verzengende zon. Na een paar uur rust was het een zeer aangename afwisseling om een paar uur in hotel Devotee te zitten en te praten, want dat is bijna onmogelijk in de huiskamers van Rob, Elizabeth en Jonathan met ventilator, die negen van de tien keer niet werkt i.v.m. stroomvoorziening. Het was dus echt afzien buiten het feit van de uitwisseling van werkervaringen en ideeën. De omgeving was niet heel interessant, dus ik hoefde me niet schuldig te voelen over mijn gebrek aan energie om de omgeving beter te verkennen.

Na deze twee weken sluiten ook de scholen in de Terai, en besluit Rob om samen met mij vakantie te houden. Samen bezoeken we eerst een paar dagen Bardia National Park, een natuurreservaat, waar we gedurende een dertien-urige wandeltocht met twee gidsen een tweetal Bengaalse tijgers, een paar eenhoornige neushoorns, olifanten, een grote krokodil, herten, reeën, vele soorten vogels (ijsvogel, adelaar, hornbill) en apen. Slapen in een typische lemen hut met rondom jungle geluiden van vogels en insecten, maakt je helemaal rustig en ontspannen.
Ik zit nu met een brede glimlach op mijn fantastische balkon in Pokhara (met het rustgevende geluid van de zachte warme regen die neervalt) al mijn ervaringen te typen om jullie te laten weten dat ik het nog steeds reuze naar mijn zin heb in Nepal ondanks kleine tegenslagen. Niels en Cor, die hier spontaan op visite waren afgelopen maand zijn stille getuigen. Remko in augustus en Martha in oktober kunnen dat hopelijk bevestigen. Ik ben zo verrast en superblij dat zij mij daadwerkelijk komen opzoeken helemaal aan de andere kant van de wereld in Nepal; een bijzonder land in allerlei opzichten!


  • 04 Juli 2011 - 14:09

    Ingrid.reinhoud:

    Hi Petra,

    Ik volg je blog al een tijdje. Van VSO kreeg ik het adres. Heel interessant hoe jij de ervaring beschrijft in Pokhara en Dhangadhi. In november dit jaar zal ik namelijk naar Dhangadhi toe gaan voor VSO, om ook als vrijwilliger in Basic Edjucation te gaan werken. Ik zou graag al van te voren met je in contact komen als dat kan. mijn adres is bovenstaande naam met @home.nl erachter.
    Groetjes, Ingrid

  • 04 Juli 2011 - 15:51

    Anneke:

    Hoi Petra,
    Heb ook vandaag wéér genoten van je uitgebreide verhaal. Wat ben je toch een KANJER, om dat allemaal voor elkaar te krijgen; jouw kennende kan ik me voorstellen dat de gang van zaken je in eerste instantie frustreerde en je daaardoor even van de rel was. Geweldig dat je die gesprekken hebt voorgesteld. Ik hoop echt voor je dat je enig resultaat hiervan gaat meemaken!
    Je hebt gelijk hoor, geen bericht is goed bericht, kan met jou ook niet anders, hihihi. Alle begrip hoor!
    Heel veel succes verder,
    lieve Petra. alle goeds en groetjes,
    Anneke.

  • 04 Juli 2011 - 19:48

    Marieke Van Zeijts:

    Hoi Petra,

    Eindelijk weer eens de tijd genomen om je hele verslag te lezen. Indrukwekkend en ook goed hoe jij je twijfels verwoordt of de VSO doelen daadwerkelijk realiseerbaar zijn (ben toevallig zelf VSO donateur, dus zeer verhelderend om nu eens een niet alleen positief verslag te lezen! Daarnaast nog even genieten van de gave trips die je onderneemt. Dat is toch evens anders, bengaalse tijgers in het echt te zien ipv AH dierenplaatjes verzamelen...:-). Sterkte en geniet ook van de mooie momenten!

    groetjes,
    Marieke

  • 07 September 2011 - 17:30

    Jeanne Van Den Munck:

    Hoi Petra,
    Wij hebben vorig jaar een trekking gedaan in Nepal. Onze drager, afkomstig uit Lulang, stuur ik nu eindelijk de beloofde foto's en wat spulletjes voor de kinderen. In jouw reisverslag las ik dat je in Lulang geweest was. En weet je .....ik heb er nog spijt van dat ik toen niet aangegeven heb dat een tochtje naar zijn woonplaats me het leukste leek. Geen tourisme...de dagelijkse werkelijkheid. Een ander moment zal ik eens tijd nemen om je gehele verslag te lezen. Vond het i.i.g. leuk iets terug te vinden over Lulang.

    Vriendelijke groet Jeanne

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Petra

Sinds 11 november 2011 verblijf ik in Nepal en werk ik als ECD & Basic Education Advisor binnen het Educatie Programma van VSO Nepal. Op dit weblog zal ik jullie op de hoogte houden van mijn ervaringen op het gebied van het werken in de diverse overheidsscholen in de uitlopers van de Himalaya met de leerkrachten en schoolleiders, én mijn avontuurlijk reizen naar andere districten van Nepal om het land en haar cultuur beter te leren kennen gedurende drie jaar.

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 502
Totaal aantal bezoekers 327138

Voorgaande reizen:

11 November 2010 - 11 Januari 2013

VSO Nepal

06 Juli 2010 - 20 Augustus 2010

India en Nepal

06 Juli 2009 - 20 Augustus 2009

Zwitserland en Italië

13 December 2007 - 06 Maart 2008

India

08 Januari 2007 - 08 Maart 2007

Zuid Afrika

13 December 2005 - 14 Februari 2006

Maleisië

08 Januari 2004 - 24 Oktober 2004

Zuid Oost Azië

03 Mei 2003 - 03 December 2003

Zuid Amerika

21 September 2002 - 21 November 2002

Nieuw Zeeland

Landen bezocht: